Een van de meest spraakmakende kunstroven is toch wel die van het schilderij genaamd De Schreeuw, gemaakt door Evard Munch. Het schilderij is namelijk niet alleen enorm veel waard (het is geïndiceerd op een waarde van maar liefst 110 miljoen euro), maar het schilderij is daarnaast ook nog eens twee maal gestolen. Hoe dit kon gebeuren en wanneer dit plaatsvond lees je in dit artikel.
Roof 1
De eerste roof van De Schreeuw vond plaats in 1994, en werd gestolen vanuit de Nationale Galerij in Oslo. De kunstrovers lieten na het meenemen van het schilderij brutaal genoeg een briefje achter. Daarop schreven ze: “Bedankt voor de waardeloze bewaking.” Destijds werd het schilderij namelijk vanwege de Olympische Winterspelen verhuisd naar de tweede verdieping van het museum, alwaar kennelijk een minder strikte bewaking was. Het schilderij werd gelukkig wel al na enkele maanden in goede staat teruggevonden. De daders zijn echter nooit strafrechtelijk vervolgd, gezien er bepaalde vormfouten zijn gemaakt door de Britse politie.
Roof 2
Exact tien jaar later na de eerste roof van De Schreeuw werd het schilderij in 2004 nogmaals gestolen. Dit keer hing het echter in het Munch Museum, eveneens in Oslo. De Schreeuw was bij deze roof echter niet het enige schilderij van de hand van Munch dat ontvreemd werd, want ook de Madonna werd meegenomen. Ook gebeurde deze roof op geheel andere wijze dan de eerste. Een stel bewapende overvallers stalen de schilderijen namelijk op klaarlichte dag. Ook duurde het deze maal “wat” langer om het schilderij weer terug te vinden. Maar liefst twee jaar om precies te zijn. Er werd zelfs een tijd lang aangenomen dat het schilderij verbrand zou zijn, maar gelukkig bleek dit niet het geval.