De kunstroof uit het Isabella Stewart Gardner Museum in Boston wordt gezien als de meest omvangrijke kunstroof ooit. In 1990 werden daar maar liefst dertien uitzonderlijk kostbare kunstobjecten ontvreemd, en het is de FBI tot op de dag van vandaag niet gelukt de kunstobjecten op te sporen.
Het verhaal
‘s Ochtends vroeg in de ochtend, op 18 maart 1990 wordt er door twee personen aangebeld bij het Isabella Gardner Museum. En hoewel de twee personen er uit lijken te zien als twee agenten, laten de bewakers hen niet binnen. Dit naar aanleiding van strenge veiligheidseisen, en de expliciete opdracht om geen enkel persoon naar binnen te laten.
Nadat de ogenschijnlijke agenten zeer lang blijven aandringen worden ze alsnog binnen gelaten door de beveiligers. Een erg slecht idee gebleken, want de bewakers worden overmeesterd en worden op de grond vastgebonden. In het uur dat hierop volgt ontvreemden de nep-agenten maar liefst 13 zeer kostbare kunstobjecten. Onder deze objecten zijn onder andere een schilderij van Vermeer, drie schilderijen van Rembrandt en diverse werken van Degas en Flinck. Alle kunstwerken in total hebben een waarde van een fenomenaal bedrag van 500 miljoen Dollar. Naast de hoge geldwaarde van de kunstobjecten hebben ze tevens een enorme historische waarde. Zo is er slechts één schilderij van Rembrandt bekend waarop een zeegezicht
is afgebeeld. Dit unieke werk is dus erg bijzonder te noemen.
De IRA
Een eerste spoor dat de FBI onderzoekt leidt hen naar het Ierse Republikeinse Leger, de IRA. Zo tussen het einde van de jaren ’60 en begin jaren ’90 pleegt deze beweging diverse aanslagen, en worden zij eveneens in verband gebracht met meerdere kunstroven. In Boston, de plek waar het Isabella Stewart Gardner Museum staat, woont per slot van rekening een grote gemeenschap van Ierse immigranten. Vermoed wordt dat de schilderijen eind jaren ’90 naar Ierland zijn verscheept door middel van meerdere schepen waarop ook illegale wapens werden vervoerd.
Nederlandse crimineel
Het tweede spoor dat de FBI onderzoekt leidt ze richting een aantal Nederlandse steden en richting Antwerpen. Daar probeert rond het einde van de jaren ’90 een Nederlandse crimineel gestolen werken aan te bieden. Namen zijn er nooit genoemd, maar het gaat om een beruchte, zware crimineel. De crimineel in kwestie heeft alle schijn tegen, gezien hij diverse foto’s in zijn bezit heeft waarop de kunstobjecten staan afgebeeld met op de achtergrond een onbekende loods.
Er wordt aangenomen dat alle kunstwerken nog steeds ergens zijn opgeborgen, meer helaas loopt het spoor tot op heden dood. Het is maar de vraag of de werken ooit nog worden teruggevonden.